Pinksteren
Het Pinksterfeest herdenkt de neerdaling van de Heilige Geest. De naam 'Pinksteren' is afgeleid van het Griekse woord 'pentekostos' dat vijftigste betekent; Pinksteren valt vijftig dagen na Pasen en is een afronding van de Paastijd. Jezus is niet langer op Aarde maar zijn spirit zal vanaf nu voor altijd onder ons zijn
Wachten
Het Pinksterfeest begint met ‘wachten’. De apostelen zitten samen en wachten.
We brengen heel wat tijd door met wachten. We wachten op bus, trein, op iemand die thuiskomt, wachten met het eten, wachten tot het tijd is om ergens heen te gaan. We wachten op iets dat staat te gebeuren en meestal is dat iets dat van buiten naar ons toekomt. Wachten lijkt een overbruggingstijd te zijn, nutteloze minuten tussen twee belangrijke evenementen. Alsof die tijd er niet toe doet, alsof we alleen maar wachten tot het wachten voorbij is.
Wachten lijkt een overbruggingstijd te zijn, nutteloze minuten.
Als we niet weten wat ons te wachten staat, kan dat wachten ons nerveus en gespannen maken. Er staat iets te gebeuren dat ons leven verandert en we weten niet wat.
Zo ook de apostelen. In de bijbel lezen we dat ze samen zitten en wachten in angstige spanning.
Er gaat iets komen dat alles verandert. Maar wat dat 'iets' precies is, dat weten de apostelen niet.
Zo ook de apostelen. In de bijbel lezen we dat ze samen zitten en wachten in angstige spanning. Er gaat iets komen dat alles verandert. Maar wat dat 'iets' precies is, dat weten de apostelen niet.
De innerlijke vriend
Woorden in de bijbel geven uitkomst. In Johannes lezen we:
‘Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de Waarheid …. hij woont in jullie en zal in jullie blijven. (Johannes 14:16-17)
Elders wordt hij de ‘helper’ genoemd. (2e brief aan de Korintiërs (5:4-5)
De innerlijke helper is de heilige adem, de geest van de waarheid.
Een helper die altijd bij ons is, in ons woont kan niet anders dan een vriend zijn. Hij is de heilige adem, de 'Geest van de Waarheid’ die ons kan leiden op de Weg die ons het ware Leven laat zien, het complete Leven. Jezus leidt ons nog steeds op de Weg, maar nu via innerlijke leiding.
Wijsheid
In de Griekse filosofie wordt wijsheid aangeduid met Sophia, een vrouw. In gnostisch-christelijke teksten lezen we over Sophia als God-de-Moeder die af daalt en opwekt tot zelfkennis en bewustwording.
Dat wijsheid als vrouwelijk wordt aangeduid verwijst naar belichaming. Godin betekent God-in, de belichaamde God en verwijst direct naar ons, mensen. We zijn belichaamde spirits.
Godin betekent God-in, de belichaamde God.
Onze ware natuur is spiritueel, goddelijk. Dit is de weg die Jezus ons laat zien. Hij wordt genoemd als de ‘Zoon-van-God’ maar ook als de ‘Zoon-van-de-Mensen’, hij is beide, een belichaamde god, een God-in-een-Lichaam. Zoals wij dat allemaal zijn.
Openheid
Wijsheid krijgen we door de jaren, door zelfreflectie, door naar binnengaan, door te wachten en open te zijn. We zouden de, als nutteloos ervaren, overbruggingstijd die bij wachten hoort, kunnen we gebruiken door naar binnen te gaan, naar ons innerlijk. Daar wacht ons wijsheid. Ze is al afgedaald. Ze is inmiddels in ons aanwezig.
Wat ze voor ons in petto heeft weten we niet. Om haar te kunnen ervaren moeten we vaak heel wat obstakels overwinnen.
Wie we denken te zijn wordt bepaald door de boodschappen die de wereld ons doorgeeft. En deze wereld heeft de ratio boven de intuïtie gesteld, denken boven onze gevoelens. Hard werken, volhouden en doorzetten zijn ten koste gegaan van wachten, stilzijn, reflecteren. En we moeten het vooral zelf kunnen, alleen kunnen.
Wie we denken te zijn wordt bepaald door de boodschappen die de wereld ons doorgeeft.
Deze oude ‘mindset werkt niet meer, de nieuwe moeten we nog ontdekken. Maar er is een weg. Zelfonderzoek werkt. We gaan zien dat de innerlijke criticus op dit nieuwe pad niet langer een effectieve helper is, maar ons belemmert om verder te gaan.
Dat we niet weten wat ons brengt kan ons angstig maken. We verliezen de controle.
Ademen en gronden helpen. We gaan ervaren dat er een aarde is die ons draagt. Ademen in het buikcentrum vermindert de spanning in ons hoofd. Het helpt in het idee dat we het allemaal alleen moeten uitvinden. Want dat hebben we geleerd: overleven in deze wereld betekent dat we op onszelf zijn aangewezen.
Als we kunnen doorademen, kunnen we gaan afstemmen op ons innerlijk.
En dan, als het wat rustiger in ons is en we kunnen doorademen, dan kunnen we gaan afstemmen op ons innerlijk. En als we open kunnen zijn, komt dat wat zich aan ons wil laten weten, naar boven. De innerlijke helper, onze innerlijke vriend, gaat ons leiden.