Jezus en zijn Persoonlijke Zoektocht
De tweede week van de 40daagse vastentijd is voorbij en mijn volgende blog over Jezus is klaar. Wat me vooral raakt is zijn menselijkheid, zijn verlangen naar verbinding en zijn zoektocht en passie voor het leven, dat voor hem in alles een expressie is van de Goddelijke realiteit. Zijn jeugd heeft daar een bepalende rol in gehad.
Een traumatische kindertijd
Maria, de moeder van Jezus kan niet bewijzen dat Jozef de biologische vader van Jezus is. Daardoor is er geen zekerheid over de afstamming van Jezus. Het is mogelijk dat hij niet thuishoort in het huis van David en hoewel opgedragen in de tempel en naar Joodse traditie besneden, is hij niet welkom in de synagoge. Dat maakt Jezus tot een outcast.
Kinderen, geboren in een complexe thuissituatie kunnen zich moeilijk verbinden met hun omgeving.
Een traumatische kindertijd heeft grote invloed op de ontwikkeling. Kinderen, geboren in een complexe thuissituatie kunnen zich moeilijk verbinden met hun omgeving. Ze zijn vaak gespannen, lijden aan een negatief zelfbeeld en trekken zich gemakkelijk terug. Ze worden depressief of rusteloos, geven het op of worden een zoeker. Omdat ze vaak niet goed verbonden zijn met hun lichaam staan ze meer open voor die ‘andere dimensie’, voor de werkelijkheid buiten het alledaagse.
Al deze kenmerken zien we in de jonge Jezus terug.
De tocht van het hart
Een rusteloos kind, overgelaten aan zichzelf, zoekt Jezus zijn eigen weg in een godsdienst waarvan de regels hem buitensluiten.
Hij lijdt aan zijn situatie, is eenzaam, verongelijkt. Hij is op zoek naar verbinding en gerechtigheid. Het zijn deze gevoelens die hem, samen met een sterk verlangen ergens bij te horen, voortdrijven. En hij heeft niets te verliezen. Niets staat hem in de weg om zijn passie en verlangen te volgen.
En hij heeft niets te verliezen. Niets staat hem in de weg om zijn passie en verlangen te volgen.
Jezus ontwikkelt een fascinatie voor God-de-Vader, prominent aanwezig in de Joodse religie. Zijn verlangen naar dat contact, naar die verbinding met zijn Abba, doet deze Vadergod naar hem uitreiken.
Als Jezus op 12-jarige leeftijd de tempel in Jeruzalem bezoekt, weet hij waar hij thuishoort. Hij verlaat zijn familie en vindt zijn leraar Johannes de Doper.
Zuivering
Johannes de Doper heeft zijn domicilie in het ruige landschap aan de oevers van de Jordaan. Daar laat hij zijn volgelingen afdalen in het ijskoude water van de Jordaan: een proces van zuivering.
Zuivering is een belangrijk thema in de Joodse cultuur en deze vindt plaats door onderdompeling in een wilde rivier, een stil meer of in de waterbekkens aan de voet van de tempel, waarvoor je moet betalen. Zonder onderdompeling geen toegang tot de tempel.
Johannes riep in het proces van purificatie zijn volgelingen op om zich af te wenden van de wereld en zich tot God te keren. En als ze daar stonden in het ijskoude water, in wind en regen of in de brandende zon, reciteerde Johannes teksten uit de Bijbel. En de klanken vermengden met de geluiden van water en wind.
Wakker
Je wordt eerder wakker in de ijskoude, snelstromende rivier temidden van de elementen dan in een bassin bij de tempel. Veel mensen ervaren de andere dimensie – God of de Bron – gemakkelijker in de natuur. Hier valt de dagelijkse druk van het leven eerder van je af.
Hier valt de dagelijkse druk van het leven gemakkelijk van je af.
Het is niet moeilijk ons voor te stellen wat deze omgeving met Jezus doet. Hier doet zijn afkomst er niet toe. Hier vindt hij gezelschap, is hij een van hen.
En in de ongenaakbaarheid van de natuur stelt Jezus, samen met andere volgelingen, zijn lichaam en geest keer op keer bloot aan de ijskoude wateren, aan de wind en aan de klanken van het Aramees, de taal van het Midden-Oosten in die tijd.
Hij luistert naar de verhalen van de voorvaderen, die Johannes de Doper hem vertelt. Lichaam en geest worden alsmaar wakkerder.
De Merkabah
Nu is Jezus toe aan een volgende stap in zijn proces: Johannes de Doper wijdt hem in, in de Joodse mystiek van ‘God’s troon’. Deze troon heeft wielen en vleugels. Het is geen stoel maar een voertuig! God reist door de ruimte: hij is niet gebonden aan tijd en plaats. Hij is geen 'man-op-een-troon', zoals hij in de Christelijke traditie is afgebeeld.
Het beeld van God als een voertuig sluit beter aan bij andere spirituele tradities. Hier is geen man die ons leidt en waaraan we ons moeten onderwerpen. Hier is een voertuig dat ons meeneemt voorbij de dagelijkse werkelijkheid. Het beeld roept zelf die ruimte al op.
Meditatie en afstemming op dit rollende voertuig met vleugels voert je naar de andere dimensie, naar de onbegrensdheid, naar die plek waar tijd en ruimte niet bestaan.
Ezechiël's visioen van de Merkabah. Fresco uit de 19e eeuw in de kerk van Johannes de Doper in Kratovo, Macedonia. Ezekiel's Wheel
Zag Jezus eerder al dat alle manifestatie voortkomt uit God’s handelen, hier komt hij in contact met God zelf. Commitment en mindfullness verdiepen de concentratie en de focus.
In het voortdurend reciteren van de heilige teksten, worden de woorden klanken. Ze raken verbonden met Ruach, met 'God’s Adem’. Ze dringen binnen in het lichaam, resoneren in de cellen. Ze raken belichaamd en zo wordt het woord vlees.
‘Jij bent mijn zoon, de geliefde, in wie ik welbehagen vind’.
Als Jezus de wereld van de Merkabah binnentreedt verandert zijn bewustzijn. Hij krijgt een levendig beeld van de Hemelen die zich openen. De ‘Heilige Geest' daalt neer in de vorm van een duif. Hij hoort een stem: ‘Jij bent mijn zoon, de geliefde, in wie ik welbehagen vindt’.
God’s Wil
De ‘Heilige Geest’ is voor Jezus de link tussen de Markabah en het ‘Koninkrijk God’s’ dat zich uitstrekt op en in Aarde.
De ‘Heilige Geest’ wordt in verschillende tradities gezien als de vrouwelijke partner van God. Ze is ‘wijsheid’ en in de Griekse cultuur heet ze Sophia. Zij brengt de goddelijke realiteit op Aarde. Daardoor kan God’s realiteit, ‘God’s Wil’, gekend worden.
Maar wat is die ‘Wil-van-God’? Hoe verhoudt die zich tot onze vrije wil? En bestaat vrije wil wel of worden we bestuurd door ons lot?
We krijgen hier een idee van als we kijken naar het proces van Jezus. Zijn verlangen en lijden maken hem tot een zoeker en drijven hem weg van de plaats waar hij een outcast is. Hij vindt een leraar in de ongenaakbare natuur.
Jezus' beoefening is vergelijkbaar met het dynamische en meditatieve lichaamswerk in deze tijd.
Aan de Jordaan wordt hij blootgesteld aan de elementen. Zijn voedsel is karig. Hij reciteert de teksten, focust zich op zijn ademhaling en mediteert op de Merkabah. Deze beoefening is vergelijkbaar met het dynamische en meditatieve lichaamswerk in deze tijd. Ze maken lichaam en geest transparanter.
Zo wordt Jezus steeds ontvankelijker voor een diepere realiteit die zich in hem opent als een weg, een levenspad.
De diepere realiteit opent zich in hem als een levenspad
Hij krijgt innerlijke leiding die tot hem komt door de tradities van die tijd en die is afgestemd op wat hij als mensenkind nodig heeft. Ze komt tot hem door zijn Abba. En zo wordt hijzelf een voertuig voor de Goddelijke dimensie: God’s stem spreekt door hem. En het is zijn persoonlijke zoektocht die hem daar brengt.
Voor de zoekers onder ons kan hij een voorbeeld zijn. Wij hebben allemaal een persoonlijk levenspad. Als we openstaan voor de innerlijke leiding die in ons werkzaam is, dan wordt dat pad steeds duidelijker zichtbaar. We krijgen contact met een innerlijk weten; onze intuïtie wordt wakker.
Het is Jezus' persoonlijke zoektocht die hem daar brengt.
Aanvankelijk is het niet gemakkelijk om die te volgen. De rationele mind en de innerlijke criticus doet ons voortdurend twijfelen aan wat zich in ons openbaart. ‘Klopt dat wel, is dat wel waar?’
Maar we kunnen haar tenminste een kans te geven. Als het niet klopt, ontdekken we dat vanzelf, want dat is een onderdeel van het pad. We krijgen voortdurend feedback.
In Jezus is de innerlijke stem nu zo sterk geworden dat hij niet anders kan dan hem volgen. Hij gaat voor de waarheid en deze brengt hem uiteindelijk in conflict met Johannes de Doper.
De breuk
Jezus kan de noodzaak van de zuiveringen niet langer in overeenstemming brengen met zijn overtuiging dat de Goddelijke Realiteit in alles aanwezig is. Voor hem is alles, elke manifestatie, puur in zichzelf. God’s koninkrijk is alom aanwezig. Dat vraagt niet om zuiveringen maar om vieringen.
Hij trekt met enkele volgelingen langs de Jordaan verder naar het noorden.
Hij begint zijn eigen weg te gaan en trekt met enkele volgelingen langs de Jordaan verder naar het noorden, naar de bewoonde gebieden. Hij predikt en deelt de maaltijd met de bewoners van die streken zonder dat zij zich eerst hebben gezuiverd. Hiermee breekt hij met een van de belangrijkste kenmerken uit Johannes' leer en met de Joodse wetten die zuivering eisen.
Voor Jezus zijn deze ontmoetingen kostbaar en ze gaan een centrale rol spelen in uitoefening van zijn leraarschap.
Als er voor Johannes en zijn volgelingen een gevaarlijke situatie ontstaat – een die uiteindelijk leidt tot de onthoofding van Johannes en tot achtervolging van alle discipelen kan leiden, verlaat Jezus Judea en trekt hij door Samaria terug naar Galilea, naar Nazareth.
Wakker
Ik leg de laatste hand aan deze blog. Het is nog donker, maar dat duurt niet lang meer. Nog even dan beginnen de vogels aan hun ochtendfluitconcert. Ik zit nog in mijn bed, laptop op schoot. Voor het raam staat op een laag tafeltje een beeld van Jezus. Brandende kaarsen geven zijn gezicht een warme gloed. Nu en dan kijk ik op van het schrijven, voel ik zijn aanwezigheid.
Ik heb hem verguisd en weggestuurd toen hij mijn leven binnenkwam. Maar hij bleef terugkomen. Het werd het begin van een lange zoektocht.
.