Hoe macht in het klein, macht wordt in het groot
In mijn vorige blog schreef ik over enkele kenmerken van de patriarchale cultuur en hoe scheiding en object-denken centraal staan in deze cultuur. En ik kondigde het volgende blogthema aan: macht. En wat we zien is dat macht afhankelijk is en ontstaat in de kindertijd.
Macht is afhankelijk
We hebben allemaal te maken met macht. Macht in onszelf, macht over anderen en van anderen over ons. Hoewel macht de indruk wekt sterk te zijn, is ze afhankelijk. Macht is iets dat niet op zichzelf kan staan. Terwijl het scheiding impliceert heeft macht het andere nodig om iets te zijn.
Wie niet voor mij is, is tegen mij
En zo is macht relatief, altijd afhankelijk van de ander of het andere. Macht heb je zolang je de macht aan je weet te houden. Als je die verliest kom je in het tegenovergestelde kamp, dat van de machtelozen, terecht. Om dat te voorkomen, moet je ervoor zorgen dat je de macht aan je houdt en dat krijg je voor elkaar door meer macht te genereren. Zo kun je de macht behouden want: ‘Wie niet voor mij is, is tegen mij’.
Een noodzakelijke, primitieve splitsing
De basis voor dit ‘voor’ en ‘tegen’ ligt in onze fysieke realiteit. Ons lichaam kent genot en pijn en al direct bij en vlak na onze geboorte worden we geconfronteerd met positieve en negatieve prikkels. Het jonge lichaampje ontspant bij positieve sensaties en trekt samen bij negatieve. Het zijn reflexmatige, autonome reacties op welbehagen en onbehagen. Ze zitten in onze cellen en dienen het overlevingsinstinct.
Omdat we als jonge baby niet kunnen overleven met teveel negatieve prikkels, leert de baby al jong om zich af te splitsen van dat wat niet goed voelt en zich te hechten aan dat wat wel goed voelt. En als de baby ouder wordt en er genoeg positieve ervaringen zijn, wordt deze vroege splitsing weer opgeheven.
De neiging om de negatieve ervaringen en gevoelens te onderdrukken, is diep in ons organisme ingeprent
Dat laatste is vaak meer theorie dan praktijk. De neiging om de negatieve ervaringen en gevoelens te onderdrukken, is zo diep in ons organisme ingeprent, dat deze niet gemakkelijk op te heffen is.
En dit heeft ook alles te maken met de cultuur waarin we leven en die ons voortdurend een spiegel voorhoudt.
De omgeving als spiegel
Wie we zijn, het beeld dat we van onszelf maken, ontstaat in wisselwerking met onze omgeving. Waarderende, liefdevolle blikken, geven het kind het gevoel dat er van haar gehouden wordt. Acceptatie van emoties als verdriet en woede, opstandigheid, samen met duidelijke begrenzing, bieden het kind ruimte om zichzelf te kunnen zijn. Zo kunnen veel verschillende ervaringen worden verwerkt en geïntegreerd. We voelen ons gezien, krijgen zelfvertrouwen en krijgen we een goed beeld van onszelf.
Maar een dergelijke spiegel is en wordt aan velen onder ons onthouden. We kunnen de ouders daarvoor ter verantwoording roepen en dat is terecht. Maar de basis ligt in de context: onze cultuur is er een van scheiding.
Zowel in onze fysieke realiteit als in onze cultuur worden we er toe aangezet, negatieve ervaringen te onderdrukken
De patriarchale cultuur omarmt, zoals ik in mijn vorige blog schreef, bepaalde waarden en normen ten koste van andere. Zo worden de geest en het denken hoog aangeschreven en zijn het lichamelijke en onze emoties van een mindere soort. De normen die door de New Age zijn geïntroduceerd, zoals ‘positief denken’ en 'van het leven een feestje maken’, zijn ook niet direct ondersteunend voor het toelaten van dat wat 'niet goed' voelt, de zogenaamde negatieve, gevoelens. En zo wordt het idee dat je je niet somber, boos, verdrietig, leeg moet voelen, versterkt.
Zowel in onze fysieke realiteit als in onze cultuur worden we er dus toe aangezet om negatieve ervaringen te onderdrukken. En in onze psyche ontwikkelt zich een instantie, het superego, dat ons vertelt dat je negatieve ervaringen, dat je angst, verdriet, woede, dat je die niet zou moeten hebben. Dat deze ongewenst zijn en dat, als we die wel hebben, er iets in ons niet deugt. Dit heeft grote impact op ons gevoel van eigenwaarde.
Eigenwaarde
Eigenwaarde heeft direct te maken met onze identiteit, met wie wij zijn. Minderwaardigheidsgevoelens zijn pijnlijk. Ze zijn des te pijnlijker in een wereld waarin de druk op het individu om ‘het te maken in de wereld’ en ‘te laten zien dat je iemand bent’ alsmaar groter wordt.
Ons gevoel voor eigenwaarde komt al vroeg onder druk te staan. Laten we teruggaan naar de vroege kindertijd, naar de fase waarin we voor het eerst gaan staan en leren lopen.
Hier vind een mega verandering plaats. Onze horizon verandert, het hele perspectief op leven verschuift. Voor het eerst staan we oog in oog met onze ouders, met de anderen om ons heen. We zijn vrij, kunnen overal heen lopen, niet langer kruipend over de grond, maar lopend! We zijn Groot!
De wereld is ons paradijs, ze ligt aan onze voeten
Deze periode wordt de ‘narcistische fase’ genoemd en het kind in de narcistische fase voelt zich heer en meester over haar leven. De wereld ligt dat aan zijn voeten. Het kind voelt zich oppermachtig en gaat op ontdekkingstocht in de wereld. Het valt en staat weer op, laat zich door niets tegenhouden, heeft nog niet in de gaten dat mamma die ontdekkingstocht leidt, dat het beschermd wordt. Het maakt namelijk niet uit waar die ontdekkingstocht zich op richt, als we maar kunnen bewegen en het allemaal kunnen onderzoeken.
Tot het jonge kind, ouder geworden, beseft dat mamma nog steeds macht heeft. Dat pappa nog steeds bepaalt dat het achter in het kinderzitje in de auto moet. De narcistische periode, die tijd waarin je je heer en meester waande, waar de wereld aan je voeten lag, die is voorbij. Er ontstaat een gevoel van zelfbewustzijn en het kind kijkt voortdurend naar de buitenwereld of het nog wel goed, lief, aardig gevonden wordt. Het wil laten zien wat het kan en is juist nu extra gevoelig voor bevestiging, voor steun, voor het gevoel erbij te horen. Als het in deze fase uitgelachen wordt, kortaf bejegend of genegeerd wordt, ontstaat er gemakkelijk schaamte. Schaamte omdat het nog zo klein is, zo afhankelijk.
Het kind kijkt voortdurend naar de buitenwereld of het nog wel gewaardeerd wordt
Ons gevoel van eigenwaarde wordt hier op de proef gesteld en we leren al snel dat we, om waardering te krijgen, we moeten voldoen aan de normen en eisen van de wereld om ons heen. Een wereld, een cultuur, die geen recht doet aan ons hele menszijn, maar wezenlijke aspecten van wie en wat we zijn, afwijst.
Zo leren we macht uit te oefenen over onszelf, wijzen we aspecten van onszelf af, onderdrukken ze en worden delen van onszelf ongewenste vreemdelingen. De macht in het klein, die macht in het groot kan worden….
De narcistische structuur
We maken allemaal die narcistische fase door. Het is een geweldige periode waarin we vrij zijn van elk gevoel van zelfbewustzijn, vrij van de blik van anderen, van wat zij niet zullen denken van ons. Maar als ons bewustzijn over ons zelf en de wereld toeneemt, slaat dat volledig om. En ja, daar kan het goed misgaan. Schuld, schaamte en gevoelens van minderwaardigheid gaan dan overheersen en we zoeken naar manieren om ons gevoel van eigenwaarde op te vijzelen. Macht helpt daarbij.
'Als oudste van een gezin van vijf, leerde ik al vroeg om veel mee te helpen en verantwoordelijkheid te nemen. Zo wekte ik mijn jongere broers in de ochtend en zorgde dat ze op tijd op school kwamen. Het gaf mij een gevoel van eigenwaarde en ik begon mij groot en machtig te voelen ten opzichte van de kleintjes, waar ik op neer ging kijken, hoewel het leeftijdsverschil miniem was. Op school daarentegen, tegenover mijn leeftijdgenoten, werkte dat systeem niet en daar kreeg mijn gevoel van minderwaardigheid de overhand’.
In een narcistische structuur zien we hoe er altijd die beweging is van: ‘je beter voelen dan anderen’, naar ‘je minder voelen dan anderen’. In het eerste geval klop je je zelf op de borst, in het tweede val je jezelf af. Zo blijft er een soort van balans bestaan. Als we de kans krijgen om onszelf verder te ontwikkelen en inzicht krijgen in deze systemen, wordt de uitersten geleidelijk aan kleiner. We leren wie we zijn en hoeven ons niet steeds meer te vergelijken met anderen.
In een narcistische structuur zien we hoe er altijd die beweging is van: ‘je beter voelen dan anderen’, naar ‘je minder voelen dan anderen’
Maar als het lukt om die onzekerheid steeds meer buiten te sluiten, als het lukt om jezelf alleen nog maar op de borst te kloppen en als je handig en slim bent, het vermogen hebt om te imponeren, om anderen naar je te laten opkijken, dan krijgen we te maken met wat een narcistische persoonlijkheidsstoornis wordt genoemd.
De macht die hier wordt toegepast, kan heel groot worden en is immens manipulatief. Alles draait alleen nog maar om het zelf.
Narcisme in de persoonlijke sfeer
Er wordt steeds meer bekend over gezinnen waar een van de ouders, in meer of mindere mate, een narcistische persoonlijkheidsstructuur heeft. De narcistische ouder is het maar om één ding te doen, om zichzelf. De eigen behoeften krijgen altijd voorrang. Ouders hebben altijd macht over hun kinderen. Kinderen zijn nu eenmaal afhankelijk, kunnen niet voor zichzelf zorgen en zijn bereid om heel ver te gaan om de liefde en genegenheid van de ouder te krijgen. Ouders zijn hierdoor in een perfecte positie om de kinderen te manipuleren.
Iemand met een narcistische persoonlijkheidsstructuur eist alle aandacht op en maakt de ander klein, breekt die af, om zelf groot te kunnen blijven…
Iemand met een narcistische persoonlijkheidsstructuur heeft ook altijd gelijk; hij duldt geen tegenspraak. Hij moet zichzelf steeds voor ogen houden dat hij/zij groter, beter, sterker, machtiger is. Moet ervoor zorgen dat de diep verstopte gevoelens van onzekerheid geen kans krijgen. En dat gebeurt door de ander kleiner te maken, af te breken, te ontkennen. Zo wordt er veel angst en onzekerheid genegeerd bij degenen die aan de andere kant staan, bij de kinderen en partners.
Er is in de narcistische persoonlijkheid maar een doel: zorgen dat hij de baas blijft, de erkenning krijgt. Want onder die gevoelens van grandiositeit, schuilt de onzekerheid.
Het lastige is dat mensen met een dergelijke persoonlijkheid vaak heel aimabel en joviaal zijn naar de buitenwereld. Ze weten heel goed hoe ze moeten overkomen in de wereld om die erkenning te krijgen en doen zichzelf in die wereld voor als aimabel en vriendelijk. Zo blijft het drama achter in de privésfeer.
Narcistische leiders
Schrijvend aan deze blog, zoekend naar de juiste woorden, was er steeds dat beeld van die ene meneer, die met zijn narcistische stoornis het heeft weten te brengen tot president van de Verenigde Staten van Amerika, een machtig en democratische land. Als je nog niet weet hoe een narcistische persoonlijkheid eruit ziet, heb je hier het ultieme voorbeeld. De ontsteltenis over zijn verkiezing was groot en de vraag die sindsdien wordt gesteld is: hoe kon dit gebeuren?
Mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis zijn zo vol van zichzelf dat ze niet twijfelen. Met veel bravoure lijken ze een sterke leider te zijn, die het allemaal weet. Zo accepteren mensen in Turkije Erdogan omdat het erop lijkt dat hij weet wat er moet gebeuren. In een tijd van grote onzekerheid en spanning is een sterke leider van wezenlijk belang. Alleen, leiders met een narcistische persoonlijkheid stoornis, zijn in wezen geen echte leiders. Ze dienen alleen zichzelf, dienen alleen hun behoefte aan macht, aan aanzien. Ze voeden hun behoefte aan erkenning.
In een democratie zijn het slechte leiders omdat ze oppermachtig willen zijn. Maar dat niet alleen: ze willen opvallen.
Leiders met een narcistische persoonlijkheid stoornis zijn geen echte leiders
Twee recente acties van Trump laten dat zien: terwijl hij in het contact met de president van Noord Korea iets lijkt te doen aan de wereldvrede, breekt hij deze af waar het gaat om het akkoord met Iran. Met deze stappen valt hij op, hij doet het anders dan de anderen. En dat geeft hem een gevoel van bijzonder te zijn.
Hij bereikt dat ook; hij gaat vast de geschiedenis in als de meest besproken, meest bijzondere president van de Verenigde Staten.
Van klein naar groot
Macht gaat van klein naar groot. Maar een cultuur die onverdraagzaam is, waar wezenlijke menselijke waarden worden genegeerd, is in zichzelf een machtsstructuur, zelfs als het een democratie is. Een terugblik in de geschiedenis van de patriarchale cultuur is een terugblik in de geschiedenis van autoritaire en dominante leiders, een geschiedenis van dictators, van strijd, oorlog, manipulatie, misleiding, sexuele intimidatie, verkrachting en corruptie.
In mijn volgende blog schrijf ik over wat macht zo aantrekkelijk maakt.
Mijn streven is om deze half juni te publiceren.