Hemelvaart
Jezus’ verblijf op Aarde, in verschillende manifestaties is voorbij. In de veertig dagen na zijn verrijzenis is hij aan velen verschenen. Nu ‘vaart hij ten hemel’. Maar wat betekent dat?
Verschijningen
Na zijn verrijzenis, op de 2e ochtend na zijn kruisdood, blijft Jezus nog veertig dagen op aarde en verschijnt, in verschillende gedaanten, nog regelmatig aan zijn apostelen. Aan sommigen verschijnt hij in zijn lichtlichaam, aan anderen is hij meer substantieel, draagt hij min of meer zijn fysieke lichaam.
Na zijn verrijzenis verschijnt Jezus in verschillende gedaanten, aan zijn apostelen.
Hij is nog steeds zichtbaar maken voor de mensen die hem dierbaar zijn en hem durven te zien, maar hij is niet gemakkelijk te herkennen. Ook Maria Magdalena moet even maar haar ogen knipperen voordat ze hem ziet en dan rent ze op hem af, alsof hij nog steeds een substantieel fysiek lichaam heeft. Even is ze zijn fysieke de dood vergeten; ook zij moet wennen.
The Otherworld
We kunnen het wonderen noemen of verzinselen. We kunnen al de opgetekende verslagen ook zien als informatie. In deze verschillende gedaanten geeft Jezus ons een inkijkje in de vele werelden die er bestaan buiten de fysieke, gematerialiseerde, werkelijkheid. Hij laat ons zien dat deze verschillende dimensies zelfs in en door onze persoonlijke vorm kunnen plaatsvinden. Het is een manifestatie van ‘The Otherworld’.
Essentie, Zijn, is alom aanwezig.
Het vraagt wat van de rationele mind om hiervoor open te staan. In onze cultuur heeft het denken de overhand gekregen boven het gebruik van onze andere zintuigen. In het algemeen hecht deze mind meer waarheid aan de informatie die is bevestigd door ontdekkingen in een laboratorium – hoe vreemd die bevindingen ook kunnen zijn - dan aan verslagen van mensen die hun overleden ouder, partner of vriend zien of hun aanwezigheid voelen. We zijn niet meer gewend om op die manier in de wereld te staan.
Zonder essentie is er geen manifestatie, geen leven.
Maar al deze informatie kan ons helpen te ontwaken uit de illusie dat de gemanifesteerde wereld de enige werkelijkheid zou zijn. Essentie, Zijn, is alom aanwezig. Zonder essentie is er geen manifestatie, geen leven. Jezus laat ons dat zien door te verschijnen in een lichaam dat geen substantie heeft. Hij wandelt door de muren heen en toch is hij zichtbaar.
Het vraagt ons om verrijzenis en hemelvaart in een ander perspectief te gaan zien. Want wat is eigenlijk ‘hemelvaart’?
Hemelvaart
In de bijbel lezen we over hemelvaart:
’Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhoog geheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen. En hij gaat zitten aan de rechterhand van de Vader, om mee te regeren en te pleiten voor de gelovigen’.
Een Godsbeeld dient een cultuur totdat het beeld is uitgediend.
Het is een traditioneel beeld. De ‘troon van God’, in de mystieke Joodse traditie een voertuig, is in de Christelijke cultuur een stoel geworden, een zetel waar een man-met-baard zit en aan zijn rechterhand komt nu nog een man-met-baard zitten: Jezus.
Mensen maken beelden van dat wat ze niet kunnen bevatten en deze beelden zijn een uitdrukking van een bepaalde cultuur. Een Godsbeeld dient een cultuur totdat het is uitgediend. En voor velen onder ons is dit beeld onacceptabel geworden. Maar dat betekent niet dat ‘God’ niet bestaat. Het betekent dat het beeld dat van hem is gemaakt, niet meer past in deze tijd.
Geeft Jezus ons aanwijzigingen voor een ander beeld?
Opstijging
In veel spirituele tradities wordt de metafoor van de oceaan en de golf gebruikt om de non-dualiteit aan te geven. Ze wordt gebruikt om de ervaring van eenheid duidelijk te maken. De golf kan niet bestaan zonder de oceaan; het ene moment is ze 'gescheiden', het volgende moment valt ze terug in die eindeloze eenheid. Golf en oceaan zijn één, ongescheiden. Zo is Essentie of Zijn ongescheiden van de manifestaties.
De oceaan en de golf laten de non-dualiteit zien.
In de non-duale ervaring zien we de gematerialiseerde werkelijkheid als manifestatie van the ‘otherworld’. Hier ervaren we vooral leegte, ruimte, grenzeloosheid. Het ‘ik’ ervaart zichzelf niet langer als een persoon, gebonden aan plaats en tijd. Het besef van ‘ik ben’ wordt een zijnservaring waarin er geen scheiding meer is tussen ik en ruimte. Er is een directe ervaring van ruimtelijkheid en leegte en tegelijkertijd ben je de ruimte en de leegte.
Het besef van ‘ik ben’ wordt een zijnservaring waarin er geen scheiding meer is tussen ik en ruimte.
In de hemelvaart lijkt Jezus vormloos te worden. In zijn verschijningen neemt hij nog steeds een ‘gestalte’ aan. Tot hij ‘opstijgt naar de hemel’. Hij is zo ‘Licht’ geworden, dat hij ‘op kan stijgen’, hij is ‘voorbij de gestalte’.
Transformatie
Jezus leeft de processen van spirituele groei en transformatie voor.
Gedurende zijn leven in een fysiek lichaam, hebben we hem leren kennen als een zoeker, die een indrukwekkend groeiproces doormaakt. Zijn spirituele ervaringen, zoals zijn persoonlijke verbinding met de Vadergod en het mystieke besef van een God-als-voertuig, de non-lokale God, brengen hem in contact met het besef dat alles puur en zuiver is. Dat alles liefde is. Hij krijgt volgelingen, hij wordt gehoord.
Zijn spirituele ervaringen brengen hem in contact met de het besef dat alles puur en zuiver is. Dat alles liefde is.
Zijn missie, dat wat hij ons mensen te melden heeft, wordt steeds sterker en duidelijker. We ontmoeten daarin zijn menselijkheid, zijn frustratie en woede en daaronder zijn verdriet, zijn eenzaamheid en onzekerheid. Tegelijkertijd nemen zijn moed en liefde, zijn kracht, steeds meer toe.
Elke confrontatie met zijn omgeving, met de politieke en godsdienstige macht, is een innerlijke confrontatie. en zijn spirituele verbinding zorgt ervoor dat hij deze telkens kan verwerken en daarmee zijn getraumatiseerde ziel kan helen.
Telkens moet hij laten gaan, loslaten, tot hij accepteert dat zelfs zijn fysieke lichaam gaat.
De grenzeloosheid, het besef groter te zijn dan ons lichaam, kan dan geleidelijk aan in ons wakker worden.
Een dergelijk pad kun je zien als een proces waarin je steeds transparanter wordt.
Als we de identificaties van het ego stap voor stap doorzien, lossen ze op en worden we bevrijd van al die aannames over hoe we moeten zijn en hoe we kunnen voldoen aan de verwachtingen van anderen. We krijgen meer rust, meer vrijheid en meer contact met wie we in wezen zijn.
De grenzeloosheid, het besef groter te zijn dan ons lichaam, het besef ruimte en leegte te zijn, kan dan geleidelijk aan in ons wakker worden. En Jezus laat ons zien dat we daarmee ons 'ik', onze persoonlijkheid, niet verliezen. De persoonlijkheid verandert; alleen steeds transparanter.
God is dan niet langer een manifestatie of een persoonlijkheid. 'Het 'onbenoembare' of 'naamloze' is 'Zijn', een transparante werkelijkheid die alles doordringt en in alles aanwezig is. Goddelijkheid is de kern van onze Ware Natuur. Jezus leeft ons dat voor.