Ontvouwing in zelfonderzoek
Zelfonderzoek helpt als we onszelf verder willen ontwikkelen, als we ons durven te openen voor wat zich in ons verborgen houdt. Deze benadering kan je grootste vriend worden, de innerlijke leiding op je pad.
Methode of levenshouding
Zelfonderzoek is een methode, die je op verschillende manieren kunt toepassen. In mijn artikel over zelfonderzoek lees je daar meer over. Als je die methode regelmatig gebruikt, dan wordt het een levenshouding. Het is een jezelf regelmatig bevragen.
In een vraag zit iets dat je niet weet en iets dat je wel weet: je weet iets niet, daarom vraag je ernaar. Maar tegelijkertijd weet je dat je het niet weet.
En er is ook een verlangen – of een noodzaak! – om het wel te weten, om een antwoord te vinden. De meest voor de hand liggende vraag is: 'Hoe is het nu eigenlijk met mij? Wat gaat er eigenlijk in me om?' Die vraag brengt je meer in jezelf en haalt je weg uit waar onze focus meestal op ligt: op de taak, op onze lijstjes, op de ander en het andere.
De vraag wordt noodzakelijker als iets je raakt, als je van iets ondersteboven bent, als je boos, verdrietig of gespannen bent. Vaak blijven we eerst een poosje hangen in wat er gebeurde en in onze reactie daarop: onze gedachten blijven ronddraaien in het verhaal en in de beelden. Daaronder ligt een wezenlijke vraag: 'Wat gebeurt hier eigenlijk met mij? Wat maakt dat ik hier zo boos of verdrietig van werd? En wie in mij reageert hier zo heftig op?'
Bij heftige reacties is er vaak een oude ervaring die getriggerd wordt en daar is bijna altijd een jonger deel in ons bij betrokken, een innerlijk kind.
Verticaliteit
In onze relatie met onze omgeving zijn we horizontaal georiënteerd. We zijn gericht op de ander, het andere, onze omgeving. Juist in dat horizontale veld vinden de contacten plaats en zoeken we de verbinding, ervaren we de leegte of de eenzaamheid, het gemis, en hier vinden de triggers plaats. We vergeten vaak dat er nog een andere verbinding bestaat: de verticale.
Hier is verbinding, zonder dat je direct met een ander te maken hebt.
Hier ben je in contact met Aarde en Hemel, met de grond onder je en de lucht boven je. Grond kan je steunen en als je op elke uitademing je aandacht naar die grond brengt, en je voorstelt dat je daar in zakt, dan zul je merken dat het rustiger in je wordt. Als je je vervolgens afstemt op die verticaliteit – en je kunt daar heel goed je ruggengraat voor gebruiken – dan ontstaat er ook verbinding met wat boven je is. Je kunt je voorstellen dat er iets aan je kruin trekt en jou nog net dat zetje geeft, waarmee je net ietsje meer rechtop gaat zitten.
Hier is verbinding, zonder dat je direct met een ander te maken hebt. Als je van hieruit naar je ervaring kijkt, er voorzichtig contact meemaakt, dan wordt het gemakkelijker om jezelf die vraag opnieuw te stellen: wat raakte me zo en wie is hier eigenlijk zo geraakt.
Zelfonderzoek in tweetallen
Samen met iemand anders een stukje zelfonderzoek doen, kan heel erg behulpzaam zijn. Je creëert dan met je tweeën – het kan ook met drie mensen – een ruimte, waarin er gedurende enige tijd volledige aandacht is voor ieder van jullie. Je kunt een tijd afspreken, bijvoorbeeld 15 minuten, en na dat kwartier is er 5 minuten gelegenheid om te delen of vragen te stellen. Voorwaarde is wel dat, als jij degene bent die luistert, dat ook echt doet: in stilte en zonder veel reactie luisteren. Dat wordt wel de stille getuige genoemd.
De stille getuige
Het blijkt regelmatig lastig te zijn om gewoon stil te zijn en je niet te bemoeien met wat de ander zegt. Er ontstaat gemakkelijk de neiging om door te vragen of om aan de ander te vertellen dat we iets herkennen. We neigen om te knikken, om ja inderdaad te zeggen: we gaan direct in de horizontale verbinding, in het contact.
In de positie van stille getuige krijg je een optimale kans om je verticale verbinding te trainen en te oefenen. Hier is de ander, de buitenwereld, die iets vertelt, iets dat jou raakt, vragen bij je oproept, iets dat jou verveelt, dat je saai vindt, waar je geen zin in hebt om naar te luisteren, kortom hier kan al alle reactiviteit ontstaan. De ultieme plek voor oefening en training, want elke reactie van jouw kant is ongewenst, omdat dat een afspraak is.
De stille getuige heeft aandacht voor wat de ander zegt en aandacht voor zichzelf.
Dus: adem door, voel de grond onder je, de hemel boven je en ga naar die verbinding. Maak contact met je rug en je ruggengraat. Hier ben jij, zit je, luister je en je blijft bij jezelf. Je observeert je eigen reacties terwijl je tegelijkertijd luistert. In die houding ben je meer aanwezig in het luisteren en je vergeet minder gemakkelijk wat de ander zegt. En als je bang bent dat wel te vergeten, gebruik papier en pen en schrijf nu en dan een steekwoord op. De stille getuige heeft aandacht voor wat de ander zegt en er is aandacht voor zichzelf. Het is aandachtig zijn.
Feedback en zelfreflectie
Als de tijd die je hebt afgesproken om is, is er gelegenheid om feedback te geven. Spreek hier ook een tijd voor af, bijvoorbeeld 5 minuten. Feedback geven is niet altijd gemakkelijk; let erop dat je geen oordelen uitspreekt, je bent er in de eerste plaats om het zelfonderzoek van de ander te steunen en kritiek is niet behulpzaam. Je kunt een observatie uitspreken, iets wat je zag en dat koppelen aan een vraag. die kan gaan over de inhoud of iets wat je zag, een bepaalde beweging van voeten of handen bijvoorbeeld, of iets dat je hoorde in de stem, een emotie die door klonk. Wat ook heel goed werkt is de vraag: 'Hoe voel je je nú?' Je kunt je eigen gevoelens delen: wat jou raakte wat je hoorde, wat je herkende, als dat aan de orde is, maar doe dit kort; als je op nu in jouw eigen verhaal belandt, gaat de aandacht weg van degene die net haar of zijn zelfonderzoek heeft gedaan.
Reflectie op je houding en je gevoelens on de positie van stille luisteraar, observator, getuige, kan erg zinvol zijn. Dit kan aan de hand van een ordening van gedragingen die vaak gebruikt wordt. Globaal kunnen we in ons gedrag drie bewegingen onderscheiden: de beweging naar iets toe, van iets af en tegen iets in. Meer daarover vind je in het artikel over stress regulatie. Een van die bewegingen is meestal dominant in je persoonlijkheid en die neiging kan doorwerken in je manier van luisteren en aanwezig zijn bij het zelfonderzoek van de ander. Je kunt voor jezelf nagaan hoe jij in het luisteren ten opzichte van de ander ander bewoog. Had je de neiging om je terug te trekken, boog je naar voren en vond je het moeilijk om je te onthouden van vragen of delen, of raakte je ongeduldig?
De oefening van 'zijn in stilte' als je de observator, de getuige, bent, kan even wezenlijk zijn voor je eigen proces, als het zelfonderzoek zelf! En je kunt zelfonderzoek met een ander doen, door de telefoon, of met beeldbellen!