We schrijven allemaal, op velletjes papier, in schriftjes, dagboeken, op de laptop. Schrijven is woorden geven aan wat zich aandient, een eenvoudige observatie, een gevoel dat je wil onderzoeken, een gedachte, beelden die bij je opkomen. Schrijven helpt je om je bewuster te worden van je omgeving, van jezelf, het verdiept je ervaring.

Mijn persoonlijke verhaal

Mijn schrijven begon met versjes in poëziealbums, natuurlijk de opstellen waarvan ik me niets kan herinneren. Wat ik me wel herinner zijn de dagboeken, stapels dagboeken in een onleesbaar handschrift, pogingen om wat ik voelde, waarin ik verdwaalde, van me af te schrijven. Pas later werd dat schrijven zelfonderzoek.

Nog later werd het schrijven een onderzoek naar verbanden, werd het een manier van ordenen. Zo ontstond mijn eerste boek, Leven in beweging, een gedeelte uit een manuscript van 500 getypte A-viertjes waarvan de rest nooit is uitgegeven. Schrijven werd voor mij een manier van de wereld te begrijpen en de historische context is nooit ver weg.

Ik zocht naar meer, zocht naar foto’s die iets vertelden over de teksten, zoals ik dat ook in deze website vormgeef. Het andere leven van Jezus van Nazareth begon als een serie van blogs. Mijn zusje was zo enthousiast en vond dat het een boekje kon worden. In overleg met een vormgever kreeg het de definitieve vorm. Ik gaf het in eigen beheer uit.

In Langs de weg van het hart maakte ik gebruik van het verhaal van de reis van de held. Traditioneel kent dat verhaal drie fasen: voorbereiding, de fysieke reis en de thuiskomst. Dit boek was ook mijn eigen reis, uitgewerkt in non-fictie, een boek voor mensen die net als ik op zoek waren naar dat zelf, naar dat wat ontbreekt, dat wat we missen, vaak zonder het te weten.

Traditioneel kent het verhaal van de held drie fasen

In de voorbereiding gaat het over de ontdekking van patronen, de persoonlijkheid – want wat is dat voor iets – over de innerlijke dynamiek, en de bron van al die emoties. Dan gaan we de zee op, breiden onze tocht uit naar ruimte, leegte, god, het AL. En altijd komen we weer thuis, na elke sessie, elke workshop. En hoe ‘doe’ je dat.

Elk hoofdstuk begint met een stukje van die reis, een verhaal. En naast beschrijvingen van fragmenten van sessies, deel ik mijn eigen ervaringen.

Onderzoek

Schrijven en onderzoek, terugkijkend zie ik hoe nauw die verbonden zijn geweest. Voor mij was de wereld er een van chaos, van een ongelooflijke hoeveelheid verbinding, verticale die mij ver terugvoerde in de geschiedenis, en horizontale, de onderlinge verhoudingen die in mijn jonge jaren, zo ontdekte ik gaandeweg, behoorlijk verziekt waren.

Ik moest uitzoeken hoe het zat, wat leven echt was, ik had behoefte aan ordening en ik had geluk: in de periode dat ik begon met daarover te schrijven was er de computer, was daar het eerste taalprogramma. Dat bracht de mogelijkheid om eindeloos met mijn teksten te schuiven.

Elk schrijven vraagt onderzoek

Elk schrijven vraagt onderzoek, of het nu non-fictie is, autobiografie, autofictie, een kort verhaal, roman of gedicht. Als je schrijft observeer je, je verzamelt en ordent gegevens. Dat begint bij je nieuwsgierigheid, je passie, je wilt iets onderzoeken, wilt weten hoe het zit. Dan ga je lezen, of opschrijven wat je al weet, misschien alleen wat woorden die met je onderwerp te maken hebben, rudimentaire associaties.

Er zijn mensen die eerst alles in hun hoofd uitdenken, iets dat als vanzelf gebeurt, al kokend, wandelend, gedurende de gang door de dagen, en dat alles dan in een keer opschrijven. Anderen herschrijven, associëren verder, schaven, slijpen. Zoals ik.

Uit een onoverzichtelijke achtergrond aan materiaal selecteert de schrijver.

Uit een onoverzichtelijke achtergrond aan materiaal selecteert de schrijver. Wat wil deze onderzoekende geest naar voren halen, laten zien aan de lezer. De keuze van dat onderzoek ligt bij de schrijver en zegt daarmee altijd iets over de schrijver zelf.

Schrijven en zelfonderzoek

Schrijven was voor mij lange tijd verbonden aan zelfonderzoek. Bij zelfonderzoek richt zich niet langer naar buiten, naar de verwachtingen, naar hoe je je moet gedragen om erkenning en waardering te krijgen. De blik richt zich naar binnen. Wat kom je daar tegen? Om te onderzoeken is een zekere afstand nodig, je moet je ervaringen bevragen: wat voel ik dan precies, waar ervaar ik dat in mijn lichaam. Onder zelfonderzoek vind je een hele serie oefeningen waaronder schrijvend zelfonderzoek.

Literair schrijven

Het was er op de achtergrond, die gedachte. Zou het lukken om nog ooit een boek te schrijven over mijn persoonlijke ervaringen. Al jaren keek ik naar schrijfcursussen. De enige opleiding was in Amsterdam en elke week daar een hele dag heen zag ik niet als een mogelijkheid naast mijn werk.

De schrijversvakschool in Groningen werd opgericht toen ik daar niet meer woonde en de cursussen waren allemaal in de avond. En toen werd het corona en kwamen ze online. De online introductieles midden in de winter raakte me. Ik volgde schrijftechnieken A en B.

Hoe nu verder? In het eindgesprek dat ik had met de docent lagen er verschillende opties: ‘Je zou proza kunnen doen, maar ook poëzie… of essay, dat past ook wel bij je.’ Maar de opleidingen waren niet meer online.

Geen opleiding voor mij, wel aansluiting bij een groep die online, werkten aan een eigen boek – ik was daar zelf ook al aan begonnen – bij de vrouw die dit gesprek met mij voerde, Pauline Durlacher. In januari 2022 was de eerste bijeenkomst.

Wat leerde ik veel in deze jaren, spelen met taal en met perspectief, waarom kies je voor een ik-personage en waarom in de tegenwoordige tijd. Show! Don’t tell, werd me vaak meegegeven, gewend als ik was uit te leggen, ‘Ik wil het zien,' zei mijn leraar, 'speel, gooi de boel door elkaar.' Zo leerde ik een nieuw vak.

Was ik aanvankelijk nog vooral gericht op de publicatie van mijn manuscript, geleidelijk aan raakte is steeds meer gefascineerd door de taal zelf en de mogelijkheden. die taal bood aan mijn beelden, aan fantasie en creativiteit.

Ik leerde een nieuw vak.

De groep veranderde in de loop van de tijd van samenstelling, ik maak er nog steeds deel van uit. Werk aan mijn tweede autofictieboek. Het eerste is in de zoektocht naar een uitgever ergens blijven hangen, daar ga ik nog wel opnieuw naar kijken.

Daarnaast volg ik online cursussen bij de schrijversvakschool Amsterdam die nu gelieerd is aan Groningen en ontdekte ik het Schrijfcafé van jan van Mersbergen. En ik lees veel literatuur, iets waar ik tot twee jaar eerder nauwelijks aan toe kwam.

En toen was er mijn eerste publicatie in een literair blad, een fragment uit het boek waaraan ik nu werk: gepubliceerd als kort verhaal: mijn literaire debuut.

Deze pagina is nog in ontwikkeling