In onze persoonlijkheid zoals we die meestal kennen liggen verborgen schatten opgeborgen. Het zijn de kwaliteiten van Essentie die tevoorschijn komen door het spiritueel/psychologische werk dat we doen. We worden steeds meer mens!

Introductie

Het begrip ‘persoonlijkheid’ bestaat zo’n 100 jaar. Het komt uit de psychologie die in de 20e eeuw tot ontwikkeling en bloei kwam. Denken en kijken naar mens-zijn is echter al heel lang het onderwerp van verschillende spirituele stromingen. We zien het terug in het Boeddhisme, Hindoeïsme, Soefisme, Confucianisme, het Christendom.
In het werk met cliënten zijn we bekend met de psychologische benadering. Wat kan de spirituele kennis over mens-zijn toevoegen aan die benadering? Kan die kennis ons helpen dieper door te dringen in de dynamiek van de persoonlijkheid?

Mens-zijn

We kennen onszelf met name binnen de context van de werkelijkheid zoals die aan ons verschijnt. Als kind, ouder, leraar, leerling, therapeut, als boze puber of tevreden professional, als harde werker of liefdevolle hulpverlener. We hebben onze standpunten over de wereld en de politiek, zien onszelf in het midden of meer links of rechts daarvan. En we komen uit een bepaald milieu, hebben een bepaalde religieuze of spirituele opvatting of zijn nihilist. Dat alles geeft ons een gevoel over wie en wat we zijn en welke betekenis we hebben. We zien onszelf in relatie tot anderen en de wereld om ons heen. Dat is hoe het gaat, we verhouden ons tot onze omgeving.

Maar het is ook een zeer beperkte opvatting van mens-zijn zoals we kunnen lezen in de teksten in de Bijbel en in de apocriefe geschriften. De woorden die aan Jezus worden toegeschreven maken ons erg duidelijk dat het Goddelijke in ons woont. Dat we ‘alleen maar’ hoeven te ontwaken uit onze slaap, uit het perspectief waarin we gevangen zitten. Dat het erom gaat dat we verlost worden van de aannames, van onze verengde blik. Jezus predikte zelf-verlossing. Hij gaf daarin het voorbeeld: hij brak met de Joodse tradities en predikte een nieuwe leer. Hij brak met het bestaande perspectief waarin God werd gezien als machtig, een God die alleen verlossing belooft voor hen die geloven en trouw zijn. Hij spreekt over liefde, over de weg van het hart. In zijn lering is er geen zondeval en het vlees is niet slecht.

We hoeven ‘alleen maar’ te ontwaken uit onze slaap, uit het perspectief waarin we gevangen zitten.

Hij laat zien dat de mens alleen zijn oorsprong is vergeten. Het is een onschuldig misverstand. Zijn voorbeeld moedigt ons aan om onze eigen weg te gaan, onszelf serieus te nemen in wat ons hart verlangt, de weg naar huis te vinden.

De Parel

In een oud Syrische tekst is het verhaal van de Parel gevonden. Het gaat over een koningszoon die door zijn ouders op reis gestuurd wordt naar een vreemd land. Hem wordt zijn koningskleding en regaliën ontnomen als voorbereiding op die reis. Hij moet in het vreemde land een parel vinden en die thuis brengen. In het vreemde land vergeet hij zijn afkomst en gaat op in het leven van alle dag. Tot hij een brief krijgt die hem herinnert aan zijn oorsprong. Hij bevecht de draak die de parel bewaakt, krijgt de parel in handen en reist terug naar het huis van zijn ouders, waar hij zijn koningskleren terugkrijgt.

Dit is een allegorie, het is het verhaal van de ziel die incarneert op aarde. Daar ondergaat ze een transformatieproces waarin de aardse werkelijkheid op de voorgrond staat. Ze raakt verbonden met haar omgeving, past haar kleding aan, wordt een persoon. Ze raakt zo geïdentificeerd met de schelp dat ze vergeet dat het slechts een omhulsel is. Net zoals de koningszoon in het verhaal, vergeet ze haar afkomst.

De psychologie en de schelp

De psychologie houdt zich bezig met het jasje dat de ziel aantrekt in haar proces van incarnatie op aarde. Ze richt zich op de verschijning, op de schelp en wil deze beter begrijpen en versterken. Ze ontdekt daar steeds meer interessante fenomenen in.
Er zijn ontwikkelingen binnen de psychologie, die op zoek zijn naar wat de kern van de persoonlijkheid zou zijn, zoals in de zelf-psychologie van Kohut en Kernberg. Mahler beschrijft in haar object-relatie theorie hoe het jonge kind in euforie is over zichzelf. In de lichaamsgerichte benaderingen spreken we over de bevrijding van de levensenergie die in de schelp aanwezig is en hoe we de overlevingsstrategie kunnen transformeren. We worden steeds meer mens, een rijpe volwassene. Maar weten we daarmee ook dat we Goddelijk zijn? Dat we ruimte zijn, ziel zijn, bewustzijn zijn?

Psychologie en spiritualiteit, schelp en parel

In sommige spirituele tradities wordt de schelp – we kunnen die ook de ego-identiteit noemen – gezien als een belemmering voor de ontwikkeling van het besef van Zijn. In die visies gaat het met name over onthechting.
In de woorden van Jezus leren we een tegenovergestelde beweging. We zijn niet voor niets op aarde, hebben niet voor niets onze identiteit ontwikkelt. Het is de verbinding met het leven zelf, dat de juiste plek biedt tot transformatie. Het is het leven zelf dat de ingrediënten biedt voor groei en ontwikkeling.

"I am sending you out like a plant shoot out roots, deep into the earth,
opening a new channel for life to flow black and forth"

(Uit het Aramees vertaald door Neil Douglas Klotz, zie Blessings of the Cosmos pag.7

Jezus was zijn tijd ver vooruit! We moesten 2000 jaar wachten voordat we als mensheid in staat lijken om geleidelijk aan deze leer tot ons te nemen. En in die tussentijd hebben we geleerd, zijn we als mensheid gegroeid aan het leven. We kennen naast de filosofie de sociale wetenschappen. Ze gaan over mens-zijn.
En er is aan het einde van de vorige eeuw een nieuwe spirituele stroming ontstaan, de Diamantbenadering. Regelmatig spreekt Almaas in de geest van Jezus van Nazareth. Het gaat om het ‘in de wereld zijn’. In zijn boek ‘De Parel’ beschrijft hij hoe de ‘man of spirit' de mens in zijn spirituele dimensie, op aarde kan leven. Hij noemt Jezus daar als voorbeeld. Het gaat over de transformatie van de schelp, de ego-identiteit.

Het is de verbinding met het leven zelf, dat de juiste plek biedt tot transformatie. Het is het leven zelf dat de ingrediënten biedt voor groei en ontwikkeling. Het is het leven zelf waaraan de parel zich ontwikkelt.

De structurering van de ziel

Hoe gaat dit proces in zijn werk?
Het proces van menswording begint met de incarnatie van de ziel in de bevruchte eicel. De ziel is het bewustzijn; ze is het medium van gewaarzijn. Via de ziel zijn we in staat ervaringen op te doen en aan die ervaringen te groeien. De verworven wijsheid wordt in de ziel geïntegreerd. De ziel is dus ook de plek waar groei en ontwikkeling plaatsvindt. In de diamantbenadering wordt de ziel soms gezien als het zelf. Ze is uniek en vormt de kern van de persoonlijkheid. Omdat de ziel transparant en doordringbaar is, laten ervaringen impressies achter in de ziel en op deze wijze ontstaan in de ziel structuren. Deze structuren vormen, gedurende de eerste levensjaren, de basis van de persoonlijkheid. De inprentingen zijn dus alleen mogelijk omdat we een ziel hebben, een doordringbaar, transparant medium dat zowel bewustzijn, waarnemer en waargenomene is.

soekja-img-0364-1-tmb-350-nc

Omdat de ziel transparant en doordringbaar is, laten ervaringen impressies achter in de ziel en op deze wijze ontstaan in de ziel structuren.

De zelf-object representatie

De ervaringen die gaan zorgen voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid, ontstaan in wisselwerking tussen de unieke ziel – die al bepaalde ervaringen in zich draagt – en de omgeving. Ze vinden plaats in wat we de zelf-object relatie noemen: het zelf, de ziel, heeft relaties met objecten in de omgeving en uit die wisselwerking ontstaan afspiegelingen – representaties – van de wisselwerking.
De geïncarneerde ziel wordt in haar leven op aarde,volledig afhankelijk van haar kwetsbare lichaampje en van haar omgeving. De relatie met alles wat met aarde te maken heeft komt centraal te staan. De structuur die ontstaat als gevolg van de inprentingen wordt geleidelijk aan het ik waarmee wij ons gaan identificeren. We verbinden ons met de ingeprente ervaringen, nemen aan dat wij dat zijn, en vergeten geleidelijk aan dat we in feite de ziel zelf zijn, de waarnemer, het veld van bewustzijn.

Essentie


ohappens-img-0293-tmb-1400

Zijn, Essentie, onze Ware natuur is het grotere bewustzijn dat deze processen aanstuurt. In dit Zijn is een scheppende, ordende, optimaliserende kracht aanwezig. Deze zorgt voor de groei, de ontvouwing; ‘groeien gaat vanzelf’.


Het is zichtbaar in het jonge kind in haar relatie met de wereld. In de Impuls van maart 2012 noemt Menno de Lange dit proces een liefdesaffaire. En inderdaad, als we kijken met de ogen van het kind, de mens in wording, als we in staat zijn te voelen met zijn en haar bewustzijn, dan zien we dat de eerste jaren van de ontwikkeling een groot feest zijn, een feest van ontdekking. Het gaat niet zonder kleerscheuren, dat klopt, maar het kind beleeft zijn relatie met de wereld over het algemeen vanuit grote passie en liefde, vanuit vreugde en rijkdom, met kracht en een sterke wil.

Fasen

In deze liefdesaffaire maakt de ziel een wezenlijke ontwikkeling door.

Verbinding en eenheid
Als de ziel incarneert in de bevruchte eicel, begint ze zich te hullen in een jasje van lichamelijkheid. De ziel verbindt zich met materie, met haar lichamelijkheid die zich op haar beurt ontvouwt in relatie tot de eerste aardse omgeving, de baarmoeder. Deze drie-eenheid, ziel, groeiend lichaam en baarmoeder, wordt mogelijk door het alom aanwezige aspect van liefde, immers liefde is de uitreikende kracht.
Het bewustzijn bevindt zich in een staat van Zijn. De foetus is zich gewaar van zijn omgeving via zijn zintuigen, maar dit besef is vaag en ongedifferentieerd. Ook na de geboorte bevindt de zuigeling zich in deze staat van eenheid, waar de kwaliteit van Versmeltende Liefde dominant is en waar onderscheid minimaal is. Indrukken komen binnen via de zintuigen en worden direct waargenomen in het lichaam.

Deze drie-eenheid, ziel, groeiend lichaam en baarmoeder, wordt mogelijk door het alom aanwezige aspect van liefde, immers liefde is de uitreikende kracht.

Differentiatie
In de loop van die eerste maanden begint het kind zich meer bewust te worden van zijn omgeving. De eenheid wordt een twee-eenheid. Het proces van differentiatie is begonnen: het vermogen om onderscheid te maken. Het kind begint het besef te krijgen van de moeder als externe bron. Het kind begint ook zichzelf meer als gescheiden te ervaren en dat besef is met name verbonden met zijn lichaam. We zien hoe de baby in de armen van de moeder zich strekt omdat het weg wil. Hoe het zijn hoofdje wegdraait als het iets niet wil zien of voelen. Het laat duidelijk haar voorkeuren zien. Dit vermogen gaat nu groeien en onderscheid wordt scheiding: als het kind gaat kruipen kan het letterlijk bij de moeder weg. Het oefent zijn lichaampje, krijgt beheersing over zijn ledematen. Het is de kwaliteit Kracht die onderscheid en scheiding mogelijk maakt en het kind gaat ondersteunen in het proces naar autonomie.

Dit vermogen gaat nu groeien en onderscheid wordt scheiding: als het kind gaat kruipen kan het letterlijk bij de moeder weg.

Ontdekking
In dit proces van oefenen en bewegen raakt het kind meer en meer gefascineerd door de wereld om zich heen. Het kan ergens naar toe bewegen, iets vastpakken, het onderzoeken. Het is een en al nieuwsgierigheid, wil alles beleven en ontdekken. En hier zien we de kwaliteit van Vreugde, van plezier en nieuwsgierigheid op de voorgrond komen.
En als het kind kan staan, zich kan gaan voortbewegen, is het helemaal verrukt van zichzelf. Het kind voelt zich (in termen van Mahler) heer en meester en de wereld ligt aan haar voeten. De eigenheid van het kind wordt steeds duidelijker. Hier is een Zelf aan het woord, met of zonder taal, in al heldere woorden of in geschreeuw en gebrabbel, maar er is hier een zelf dat zich manifesteert.

Twijfel en Wil
Het is deze staat van bewustzijn, het kind in haar piek van zelfvertrouwen en grootsheid, volledig verrukt van zichzelf, dat de twijfel toeslaat. Het kind gaat beseffen dat het niet altijd kan doen wat het zelf wil, het moet toch naar bed, het is niet almachtig. De peuter, nu zo’n 2 jaar oud, ontdekt zijn kwetsbaarheid, voelt zich onzeker worden, heeft mamma nodig.
In deze kwetsbaarheid komt een nieuwe kwaliteit hem te hulp: zijn Wil. In de onzekerheid komt ook frustratie en boosheid op. Hij stampt met zijn voetjes op de grond als hij zijn zin niet krijgt, zij krijst, wordt boos, en ze brengt in deze bewegingen de energie in haar beentjes, in de grond. Ze leert om standvastig te worden.
In de hitte van deze crisis gaat het om het juiste evenwicht tussen haar eigen onafhankelijkheid en de behoefte gesteund te worden door de ouders. Geleidelijk aan ontstaat er een compromis tussen voldoende afstand en voldoende nabijheid ten opzichte van de moeder. De vader speelt hier een belangrijke rol. Hij is het waartoe het kind zich kan wenden, als het weg wil bij de moeder. In deze periode krijgt het kind ook de beheersing over haar sluitspier, wat haar gevoel van autonomie versterkt.

Individualiteit

soekja-img-0380-tmb-350-nc

En in de naweeën van de crisis ontstaat er in het kind het besef van een Individualiteit. Het kind heeft een beeld van wie het is, gevormd in relatie met zijn omgeving, en heeft een beeld van zijn omgeving. Het heeft een bepaalde mate van autonomie ontwikkeld die gepaard gaat met de ervaring een individu te zijn.

Nu krijgt het besef dat zij een meisje en dat hij een jongetje is, een diepere betekenis. De seksuele energie komt vrij en het kind gaat zich steeds meer identificeren met zijn/haar geslachtelijkheid. En of het nu natuur of cultuur is, vaak zien we hier dat zij een echt meisje wordt en hij een stoere jongen. De laatste complexe horde in hun jonge leventje is genomen, de basis van de ego-identiteit is gelegd. De schelp is gecreëerd.

Therapie vanuit de spirituele context

De schelp op zijn beurt biedt de omgeving voor de groei van de parel. Het is een natuurlijke volgende stap, die echter vaker niet dan wel plaatsvindt.
Hoewel de volledige ontwikkeling van de parel veelal een langdurig en intensief spiritueel proces is, kan psychotherapie hier een bijdrage leveren. Immers we lopen deze fasen allemaal door en elke fase laat onverwerkte ervaringen achter die de natuurlijke groei beperken. In zijn boek De Parel, bespreekt Almaas de verschillende fasen van ontwikkeling en maakt hij, aan de hand van de kwaliteiten van Essentie, inzichtelijk wat de wezenlijke thema’s zijn die in elke fase spelen. Dit kan, voor therapeuten die vanuit een spirituele context willen werken, een belangrijke bijdrage leveren in het therapeutische werk.

Dit artikel is verschenen in de Impuls van maart 2013. Impuls is een tijdschrift van biodynamische therapeuten.
Er is veel literatuur van Almaas verschenen waarin veel aspecten van de Diamantbenadering wordt uitgewerkt. Zijn bespreking van de psychologische ontwikkeling vanuit Essentie vinden we in de ‘Parel’, de Engelse titel: ‘The Pearl beyond price’. De beschrijving van de ziel is gebaseerd op de visie in de Diamantbenadering.
In mijn boek ‘Leven in Beweging’ vind je ook informatie over dit onderwerp.
Over Jezus van Nazareth is boeiende nieuwe literatuur beschikbaar in de boeken van Cynthia Bourgeault:' Wisdom Jesus' en 'The meaning of Mary Magdalene'.

Geplaatst op - lees tijd 12 minutes, 16 seconds.