Nieuwsgierigheid is een van de kwaliteiten van Essentie, en die nieuwsgierigheid is voelbaar en zichtbaar in het jonge kind dat zich van alles eigen wil maken, dat oefent tot het iets onder de knie krijgt. Die innerlijke drive blijft in ieder van ons werkzaam en zet ons aan tot een voortdurend proces van groei.

Groeien aan onze ervaringen

De kern in de ziel, onze Essentiële Identiteit, is onveranderlijk. Het veld in de ziel daarentegen staat open voor alle ervaringen. Dat is belangrijk voor de groei van onze ziel, die zich ontwikkelt aan de hand van al die ervaringen. Ervaringen hebben effect op de ziel, die door deze ‘beïndrukking’ verandert. Een groot aantal ervaringen kan de ziel direct verwerken en integreren. Een ander deel van onze ervaringen blijft onverwerkt achter en vormt als het ware knopen in de ziel. Dit worden kleine of grotere obstakels die de groei kunnen belemmeren. Een deel van deze obstakels verdwijnt in het onderbewuste tot het moment dat ze onder ogen kunnen worden gezien. Meer

Onze ziel wil ontdekken, leren, wil de wereld kennen. Ze doet dat door met onze ervaringen samen te vallen. Ze proeft, voelt, ruikt, tast. We zien die gretigheid – die oneindige nieuwsgierigheid – onbelemmerd aanwezig in een jong kind. Via onze zintuigen neemt de ziel alles in zich op wat zich aandient, en dat doet ze ook met meningen, standpunten, met gedachten en inzichten.(4)

Kwaliteiten van de ziel

‘Werken aan onszelf’, een term die nogal eens gebezigd wordt, betekent ‘werken aan de ziel’. Als we spreken over zelfrealisatie, dan gaat het om de realisatie van het potentieel dat in onze ziel aanwezig is. Hoe vindt de groei van de ziel plaats? De ziel beschikt over een aantal specifieke kwaliteiten die samen deze groei mogelijk maken.

Potentie

De eerste, wellicht meest centrale eigenschap van de ziel is het vermogen tot ontwikkeling, of in het Engels: potentiality. De ziel is een veld van mogelijkheden, mogelijkheden die zich op allerlei manieren kunnen openbaren. De groei van de ziel is echter niet willekeurig. Net zoals een zaadje de potentie in zich draagt om uit te groeien tot iets wat in de kiem al aanwezig is, kan de ziel uitgroeien tot iets waartoe de mogelijkheid al in haar aanwezig is.

Ligt wat wij worden dan al vast? Zo eenvoudig is het niet. De werkelijkheid is oneindig veel dynamischer. Het potentieel dat in ons aanwezig is, kan zich op verschillende manieren ontvouwen. We maken voortdurend keuzes en deze worden beïnvloed door tal van omstandigheden. Ze worden ook geleid door het verlangen van de ziel naar haar wezenlijke, unieke ontvouwing en realisatie. Hoe meer dat verlangen de keuzes die we maken bepaalt, hoe meer onze potentie wordt gerealiseerd.

Die potentie is in ons werkzaam als een dynamische kracht. Het is de levendigheid die we meestal voelen via ons lichaam, maar het is ons bewustzijn zelf. Onze ziel is een levend organisme, een levend bewustzijn. Ze is als een bron waaruit ononderbroken water stroomt, een bron die telkens iets nieuws voortbrengt: ervaringen, gevoelens, ideeën, inzichten. Hier is een potentieel aan mogelijkheden dat zich aanhoudend wil ontwikkelen, dat voortdurend zoekt naar het nog ongekende.

Ieder mens is uniek. Dat is hoe we iemand kennen, in haar of zijn eigenheid. En die uniciteit kan steeds zichtbaarder worden, zich steeds verder ontvouwen en ontplooien.

Een innerlijke drive

Als we de beschrijving van de ziel tot ons laten doordringen, dan kunnen we niet anders dan constateren dat hier een innerlijke drive aanwezig is, een kracht die ons voortstuwt naar telkens nieuwe perspectieven, nieuwe wegen. Het is onze ziel die groeit en zich ontwikkelt. Daar komt nooit een einde aan. We zijn nooit ‘klaar’.
We zien de ziel in actie in het jonge kind, dat kruipend de wereld verkent, dat enorm trots is als het kan staan en de eerste stapjes zet. Het kindje dat zich vol vreugde verdiept in dat wat zich aandient, ogen en oren helemaal open.


Ik zie nog mijn kleindochter van twee ineens stilstaan op het pad bij mijn huis. We waren aan het wandelen. Met haar ene oortje schuin naar boven gewend stak ze haar vingertje in de lucht. Ik had geen idee waar ze op doelde tot ik ook, tussen alle vogelgeluiden, het gefluit van die ene vogel hoorde, een hoge triller die haar aandacht had getrokken. Zo vanzelfsprekend aanwezig was ze voor wat zich aandiende, zo direct in contact. Zo open.


Fragment uit Langs de weg van het hart, hoofdstuk 3, pag. 76 e.v.

Geplaatst op - lees tijd 3 minutes, 24 seconds.