Het proces van zelfregulatie
Een groeiproces is een natuurlijk gegeven. Groeien gaat vanzelf. We doen het allemaal en elke crisis, elke stagnatie, elke levensfase, elke ervaring biedt ons mogelijkheden tot groei en ontwikkeling. Hoe dat proces plaatsvindt wordt bepaald door de interactie tussen de unieke kwaliteiten in de persoonlijkheid en de omgeving.
Groeien aan ervaringen
Ervaringen helpen ons groeien doordat we ze verwerken en integreren. Een manier om naar dit proces te kijken is vanuit het principe van zelfregulatie.
Zelfregulatie vindt plaats in het lichaam en is direct verbonden met het autonome zenuwstelsel. In een gezonde zelfregulering is er een natuurlijk evenwicht tussen oplading, ontlading en rust. Oplading ontstaat door een impuls om iets te doen. Die impuls kan van buiten komen of van binnenuit ontstaan. De impuls wordt gevolgd door een handeling, de expressie waarin ontlading plaatsvindt. Als de handeling is verricht komt het zenuwstelsel tot rust en is er rust in het organisme. De basis is rust zelf, rust die een natuurlijke ontspanning is en waarin men zich veilig en vertrouwd voelt.
Oplading ontstaat door een impuls om iets te doen. Die impuls kan van buiten komen of van binnenuit ontstaan. De impuls wordt gevolgd door een handeling, de expressie waarin ontlading plaatsvindt. Als de handeling is verricht komt het zenuwstelsel tot rust.
Regulering in de kindertijd
‘Zelf’regulering is in feite iets dat ons lichaam doet voor ons, maar de manier waarop ons organisme dat doet, wordt bepaald door een patroon dat ontstaat vanaf de vroegste kindertijd. Neurologisch onderzoek heeft aangetoond dat een baby al na 36 uur reageert op de gezichtsuitdrukking van de moeder. En zich daarop afstemt! Is de moeder ontspannen en rustig, is ze blij met haar baby en straalt ze, dan is de baby gerust en ontspannen.
Neurologisch onderzoek heeft aangetoond dat een baby al na 36 uur reageert op de gezichtsuitdrukking van de moeder. En zich daarop afstemt! Is de moeder ontspannen en rustig, is ze blij met haar baby en straalt ze, dan is de baby gerust en ontspannen. Ze ‘weet’ zich gedragen en veilig
Is de moeder verdrietig of nerveus, of is ze om een of andere reden gestrest, dan pikt de baby dat ook op. Dat hoeft niet dramatisch te zijn. Maar als de toestand van spanning, nervositeit, verdriet, of zorgen continue zijn en moeder, vader of andere gezinsleden dat in zich dragen, mogelijk zonder zich ervan bewust te zijn, oefent dat direct invloed uit op het autonome zenuwstelsel van het kind. Het kind kan zich niet meer helemaal ontspannen, voelt dat iets niet helemaal oké is en in het kleine baby-lichaampje treden de eerste sporen op van gebrekkige ontspanning.
Als de situatie ernstiger is, als er grote problemen zijn in het gezin, veel spanning en onzekerheid, dan wordt het er niet beter op. Er ontstaat een basisspanning in het lichaam die voortduurt en die gepaard gaat met gevoelens van onveiligheid.
Patronen
Ieder kind reageert anders op spanningen die in de huiselijke sfeer aanwezig zijn. Sommige kinderen trekken zich terug, anderen proberen zich aan te passen en worden pleasers, weer anderen worden hyperactief om de spanning op een of andere manier kwijt te raken of worden lastig en gaan in verzet.
Nu zijn dit ook algemene patronen die ieder van ons in meer of mindere mate herkent en die te verwachten zijn. Maar ze worden extremer ontwikkeld naarmate de omgeving minder veilig en ontspannen is. De manier waarop het kind reageert zegt zeker iets over de ‘aard’ van het kind, of liever de uniciteit van elk kind.
Wat vaak gebeurt is dat het kind het zichzelf gaat verwijten dat het zich niet goed voelt, dat het doet zoals het doet. Dit heeft een negatief zelfbeeld tot gevolg.
Wat vaak gebeurt is dat het kind het zichzelf gaat verwijten dat het zich niet goed voelt, dat het doet zoals het doet. Een kind blijft trouw aan de ouders, blijft loyaal. Het is immers volledig afhankelijk van hen. De conclusie voor het kind is, dat het iets in haar- of hemzelf is, dat er iets aan henzelf niet deugt, dus dat zij moeten veranderen. Dit heeft een negatief zelfbeeld tot gevolg.
Regulering en omgeving
Onze omgeving heeft vaak een directe invloed op het proces van regulatie. Onze cultuur doet daar ook een behoorlijke schep boven op, door de nadruk op de mentale ontwikkeling ten koste van de ontwikkeling van mindfulness, aandacht voor gevoelens en lichaamssensaties. We leren onze kinderen wat we zelf hebben geleerd: we redeneren onszelf weg uit ons lichaam.
We zijn op aarde afhankelijk van het functioneren van ons lichaam. Dat lichaam is een bijzonder en complex functionerend geheel, voor een groot deel voor ons nog een mysterie. En meestal houden we er ons alleen mee bezig als het ‘niet doet wat het zou moeten doen’. De scheiding tussen lichaam en geest, een erfenis van onze Griekse voorouders, leeft ondanks alle nieuwe inzichten die verworven zijn over het functioneren van datzelfde lichaam nog steeds voort in onze psyche.
We leren onze kinderen wat we zelf hebben geleerd: we redeneren onszelf weg uit ons lichaam.
In de medische wereld wordt het lichaam in al zijn complexiteit nog in hoge mate gezien als gescheiden van de psychische. Die scheiding, die al jarenlang is becommentarieerd en bekritiseerd, wil ons bewustzijn maar niet verlaten.
Tussen Hemel en Aarde
In ons lichaam staan we op Aarde en zijn we verbonden met het Universum. Als we goed gegrond zijn staan we stevig tussen Hemel en Aarde. Regulering van processen in het lichaam kennen een verticale en een horizontale beweging, een verticale en horizontale ordening. In de verticale ordening is er een onderlinge samenwerking tussen buik, hart en hoofd en zijn we gegrond in de aarde en in de dagelijkse realiteit. In de horizontale ordeningen zijn we afgestemd op onze omgeving.
Effectieve en gezonde zelfregulering impliceert een gezonde samenwerking tussen verticale en horizontale organisatie van de ervaringen. We zijn in staat om op te komen voor onze behoeften en onze grenzen te stellen.
Effectieve en gezonde zelfregulering impliceert een gezonde samenwerking tussen verticale en horizontale organisatie van de ervaringen. We zijn in staat om op te komen voor onze behoeften en onze grenzen te stellen. En we houden daarbij rekening met de realiteit en met de behoeften van onze omgeving. We zijn gegrond in de lichamelijkheid en staan met beide benen op de grond. Het hart is open; er is invoelingsvermogen en mededogen. Inzicht in de realiteit maakt de geest helder en effectief.
Maar de manier waarop we onszelf reguleren wordt niet alleen bepaald door onze ervaringen in de kindertijd. Ze wordt ook bepaald door de cultuur waarin we leven. Laten we dat eens wat verder bekijken aan de hand van de verticale regulering.
De verticale regulering
In de verticale organisatie zijn er twee bewegingen te onderscheiden. We hebben onze impulsen, onze emoties, dat wat we willen zeggen en doen. Dit zijn opwaartse bewegingen, ze komen voort uit onze dieper liggende realiteit, ons wezen. Deze beweging is de bottum-up beweging. Ons denken is vaak een neergaande beweging. We overzien de situatie van bovenaf en analyseren en ordenen wat er speelt. Dit worden de top-down processen genoemd.
In onze cultuur met haar nadruk op het gebruik van de ratio ten koste van de emotie zien we een grote nadruk op ‘top-down’ processen. Die vind je niet alleen in de grote organisaties maar ook in onze eigen psyche. We leren te reguleren door onszelf toe te spreken wat we moeten doen en hoe we ons leven vorm moeten geven. We maken lijstjes, vinken onze taken af, plannen en organiseren ons leven.
Daar is in zichzelf niets mis mee, als we vrij zijn om naar de innerlijke signalen te luisteren die ons lichaam ons geeft.
Daar is in zichzelf niets mis mee, als we ook onze innerlijke impulsen mogen volgen, onze creativiteit mogen leven en de verlangens van ons hart kunnen omarmen. Als we vrij zijn om naar de innerlijke signalen te luisteren die ons lichaam ons geeft. Als er ruimte is om te ademen, ruimte om stil te zijn en te rusten. Als we ook kunnen ontspannen en aanwezig kunnen zijn. Maar de ‘top-down’ regulering overschreeuwt onze menselijke realiteit. Ze legt haar prioriteit bij de ratio en probeert de impulsen van ons lichaam, ons hart en onze intuïtie het zwijgen op te leggen. Einstein zegt daar dit over:
"The intuitive mind is a sacred gift, and the rational mind is a faithful servant. We have created a world that honors the servant, but has forgotten the gift."
Albert Einstein
Ze vertelt ons dat we zwak zijn als we huilen, dat het ons toch niet verder helpt en dat we onze woede maar beter kunnen onderdrukken want dat is een slechte emotie. Onze ratio geeft ook commentaar en hanteert verschillende sets van normen om ons in een specifiek gareel te houden. De innerlijke criticus is meestal heel rationeel.
Het is voor wat naar boven wil komen, de ‘bottum-up’ een hele strijd om gehoord te worden. We neigen ernaar deze stroom te negeren, zijn ons er vaak niet eens van bewust, zozeer leven we in onze ratio en onze plannen voor de toekomst die nooit ophoudt te bestaan en het heden negeert.
Gronding
We leven voor een groot deel in ons hoofd. Dat betekent dat we niet op Aarde zijn. Niet alleen zijn we niet ‘hier’, we zijn ook niet gegrond, staan niet in onze voeten en benen, in ons bekken en onze buik. Fysiologisch en energetisch gezien draagt ons bekken ons bovenlichaam, dragen onze voeten en benen ons bekken en wordt dat alles gedragen door Aarde, door de grond onder onze voeten.
Slechte gronding impliceert een gebrek aan steun. Geen verbinding met Aarde impliceert dat we alles uit onszelf moeten halen.
Als er iets gebeurt schiet de energie omhoog en blijft vaak daar stokken. Emoties, spontane acties, vrijuit bewegen, onze gevoelens tonen, zeggen wat ons op het hart ligt, dat alles wordt onderdrukt. We houden ons in, onze woede, ons verdriet, onze emoties. Bang om de controle te verliezen. Of we ontploffen.
Dat geeft niet alleen spanning en lichamelijke pijn, het geeft een diep gevoel van onveiligheid. We voelen ons incapabel. En dat zijn we ook want op deze manier kunnen we onze ervaringen niet integreren en leven we niet ons potentieel.
De horizontale regulering
In de horizontale verbinding is er een voortdurende gevoelige afstemming op de omgeving. In die afstemming kunnen we globaal drie bewegingen onderscheiden: de beweging naar iets toe, van iets af en tegen iets in. Het is een gezonde manier van reguleren.
In die afstemming kunnen we globaal drie bewegingen onderscheiden: de beweging naar iets toe, van iets af en tegen iets in. Het is een gezonde manier van reguleren.
Naarmate we ons onveiliger voelen, worden deze bewegingen geforceerd en verkrampt. Een natuurlijk uitreiken wordt pleasen, de beweging tegen iets in wordt een conflict en van iets af bewegen wordt terugtrekken en afsluiten of dissociëren. We weten niet waar onze grenzen liggen en dan wordt het lastig om ze aan te geven. We gaan er gemakkelijk overheen of trekken ons bij voorbaat al terug. In die afstemming voelen we ons vaak een kind, onbekwaam en onvermogend, maar we doen alsof we volwassen zijn. We handelen vanuit het programma dat is aangelegd in de kindertijd. Dat daar vast is gaan zitten.
Effectief
In een gezonde regulering zijn we gegrond, hebben we contact met onze basis, zijn we hier, op aarde. We organiseren ons leven vanuit een vanzelfsprekende aanwezigheid en niet vanuit de lijstjes in ons hoofd. We zijn ons bewust van onze emoties, zijn ermee in contact en worden er niet door overspoeld. We onderzoeken ze, erkennen ze en geven ze ruimte. We kunnen onze impulsen herkennen en hun instinctieve wijsheid volgen. En we kunnen onze grenzen effectief hanteren.
Als we ons meer bewust zijn van onszelf en vrijer zijn in het uiten van onze gevoelens en onze gedachten, is het gemakkelijker om ja of nee te zeggen tegen de mensen in onze omgeving.
Goed verbonden in de verticale verbinding tussen hemel en aarde, wordt de horizontale regulering een stuk gemakkelijker. Als we ons meer bewust zijn van onszelf en vrijer zijn in het uiten van onze gevoelens en onze gedachten, is het gemakkelijker om ja of nee te zeggen tegen de mensen in onze omgeving. We hoeven niet meer bang te zijn de ander te kwetsen als we ergens niet op in willen gaan. We lopen niet rond om de ander te behagen en hoeven ons dus ook niet te isoleren om geen last van de ander te hebben. We kunnen onze eigen ruimte innemen en naar behoefte alleen zijn of de tijd met anderen doorbrengen.
"Groeien gaat vanzelf als we mogen zijn wie we zijn".
Oefeningen
Het is tegen de achtergrond van deze dynamiek, dat ik een aantal oefeningen heb samengebracht. De oefeningen komen uit verschillende achtergronden en zijn veel beproefd. Oefeningen.