Om onze toekomst veilig te stellen, hebben we een integrale benadering nodig. Een benadering waarin alle menselijke waarden evenveel recht krijgen. Een benadering waarin scheiding en verbinding beiden ertoe doen, waar emoties evenveel waarde hebben als gedachten en waar intuïtie en analyse beide hun rechtmatige plaats krijgen.
Dit essay heb ik geschreven voor de schrijfwedstrijd #ikschrijf, januari 2017. De wedstrijd was uitgeschreven door het filosofie magazine en het thema voor de wedstrijd was: 'Hoe maken we iets van de toekomst.

Hoe maken we iets van de toekomst?

De vraag roept direct de doener in mij op. Mijn handen jeuken. In mijn hoofd ontstaan beelden over een toekomstige wereld. En dan zit ik weer in zo’n vreemde tegenstelling: ik kijk naar ‘het straks’ en ‘het buiten’ zonder me te bekommeren over het ‘nu’ en mijn ‘binnenste’. Ik zit gevangen in mijn culturele erfenis.

Scheiding

De Westerse beschaving heeft, hoe vreemd het misschien ook klinkt, haar ontwikkeling te danken aan tegenstellingen. Ontstaan in het Midden-Oosten zo’n slordige 3000 jaar voor Christus, kent ze een geschiedenis van scheiding, bovenstelling en uitsluiting, waar het mannelijke en de geest heersen over het vrouwelijke en het lichaam. Ze heeft ons tot grote hoogte gebracht, maar de prijs die we hiervoor betalen wordt zichtbaar nu deze ontwikkeling ons meer afstand, haat, geweld en uiteindelijk meer angst blijkt te brengen. Je kunt jezelf niet beschermen door vijanden te maken, niet in de buitenwereld en ook niet in je binnenwereld.

Je kunt jezelf niet beschermen door vijanden te maken, niet in de buitenwereld en ook niet in je binnenwereld.

Kunnen we nog stoppen met buitensluiting en meer ‘all-inclusive’ gaan kijken en handelen? Kunnen we ons inzetten voor een wereld waarin de belofte van de Franse revolutie alsnog wordt gerealiseerd? Niet alleen nationaal, maar ook mondiaal? Niet alleen in de buitenwereld, maar ook in ons innerlijk?
Het is een ommekeer die vraagt om een bewustzijnsontwikkeling. De toekomst verlangt van ons een verandering die niet alleen buiten ons ligt, maar die ook in ons zit. Het is niet straks, het is hier en nu.

Kentering

In de nadagen van de Tweede Wereldoorlog ondermijnden protestbewegingen traditionele waarden en normen en veranderden daarmee de maatschappelijke positie van vrouwen en die van gezin en huwelijk. Ze beoogden afbraak van een kapitalistische moraal en demonstreerden tegen zinloze oorlogen. En de Beatles zongen ‘All you need is Love’.
We waren dromers, we dachten dat liefde alles overwon. We hadden niet in de gaten dat een doorbraak zo groot in de bestaande orde, niet zonder slag of stoot zou gaan.
Fritjof Capra, fysicus, zag dat wel. In zijn boek ‘Keerpunt’ (1984) beschrijft hij een opkomende crisis die het einde van een cultuur inluidt.
Nu zijn in onze geschiedenis heel wat culturen opgekomen en gegaan. Telkens eindigen ze in chaos en in een herordening van waarden. Wat al deze culturen gemeen hadden en hebben is een hiërarchische rangschikking, waar macht en overheersing centraal staan en het denken in tegenstellingen overheerst.

We waren dromers, we dachten dat liefde alles overwon.

Het zijn de kenmerken van de patriarchale cultuur. In ‘The Creation of Patriarchy’ (1984) analyseert Gerda Lerner, (Universiteit van Wisconsin) het ontstaan daarvan aan de hand van de ontwikkelingen in het Midden-Oosten, zo’n slordige 5000 jaar geleden. Opeenvolgend dienden zich in het Westen de Joodse, de Griekse, de Romeinse en de Christelijke cultuur aan. Alle omarmden dezelfde uitgangspunten. Het mannelijke overheerst en staat boven het vrouwelijke en de geest heerst over het lichaam. Het denken is de dominante factor in onze persoonlijkheid en gaat ten koste van onze emoties en onze levensenergie. De hemel staat in deze orde nog steeds boven onze tijdelijke woonplaats aarde en de geest is belangrijker dan de stof. Het is deze ordening, aldus Capra, die aan het veranderen is.

Bewustzijnsverandering

Terwijl ik in de vroege ochtend aan dit essay werk, komt de dagelijkse editie van de Correspondent binnen. Het artikel van de dag is een gesprek met Monika Sie Dhian Ho, tot voor kort directeur van de denktank van de PvdA. Zij verwoordt het verlangen van veel mensen naar verbinding, naar de kracht van samen te staan. Het populisme begrijpt deze roep, aldus Monika Sie, maar de spreekbuizen hiervan ‘binden groepen aan zich door de samenleving te verdelen. Er is een beter alternatief als je samenwerkt’.

Monica Sie verwoordt het verlangen van veel mensen naar verbinding, naar de kracht van samen te staan.

Ze is met haar visie in goed gezelschap. Zo beschrijft Paul Hawkes, milieuactivist en journalist, in zijn ‘Blessed Unrest’ (2007) hoe wereldwijd talloze bewegingen vanuit de basis actie ondernemen tegen sociale en ecologische onrechtvaardigheid. Biologen als Swimme en Tucker laten zien dat evolutie plaatsvindt door scheiding én verbinding. Laszlo, een van de oprichters van de Club van Boedapest, benadrukt de ontwikkeling van een nieuw bewustzijn als enige mogelijkheid voor daadwerkelijke verandering. En dit brengt ons onderzoek naar binnen.

Onze psyche

De ontwikkeling van de persoonlijkheid begint bij de geboorte. Uit neurologisch onderzoek blijkt dat we ons al in de eerste dagen na de geboorte afstemmen op de blikken van degene die ons het meest nabij is. In onze jonge maar ook oudere jaren is onze omgeving voor ons als een spiegel waarin we kijken: ‘Ben ik wel slim genoeg?’ ‘Zien ze mij wel?’
Het antwoord van de omgeving is niet neutraal; het is gevuld met de waarden en normen van onze ouders, het sociale netwerk waarin we ons bewegen en de cultuur waarin we vertoeven. Wij zijn zelf evenmin neutraal, we zijn allemaal anders en uniek en kijken op een eigen manier de wereld in.

In onze jonge maar ook oudere jaren is onze omgeving voor ons als een spiegel waarin we kijken.

In de wisselwerking tussen onze eigen, unieke blik en de specifieke omgeving waarin we opgroeien, ontstaat ons zelfbeeld. Zo weten we wie we zijn. Zo ontstaat het ego.
En het ego wordt gesuperviseerd door het superego, de innerlijke criticus. Deze innerlijke instantie draagt de normen en waarden van de samenleving in zich. Hij wordt ontwikkeld vanaf de geboorte en rond het vierde levensjaar heeft hij zich in onze psyche geïnstalleerd. Het is zijn taak om ons eraan te herinneren hoe ‘het moet’ om ons zo op de gebaande paden te houden.

Wij zijn niet onze omgeving

We kennen onszelf dus door dat wat wordt gespiegeld. Onze omgeving en wie wij denken te zijn, vormen zo één geheel. En wat de cultuur om ons heen ons voorhoudt, houden we onszelf voor. Zo moeten we leven als rationele, verstandige mensen die onze gevoelens keurig op orde houden en onze impulsen geen aandacht geven. En als dat niet lukt voelt het alsof we falen of ‘door de mand vallen’.
Maar we zijn onze omgeving niet. We zijn veel meer dan wat ons wordt voorgehouden. En dit besef, wakker geworden in de protestbewegingen van de vorige eeuw, is groeiende. De ontwikkelingen in de humanistische, lichaamsgerichte en transpersoonlijke psychologie hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan deze groei. Ze hebben ons geholpen om naar binnen te kijken en ons af te vragen wie we in wezen zijn. Ze helpen ons innerlijk tot expressie te brengen.

Haarscheuren

Deze beweging van binnenuit vindt niet alleen plaats in ons innerlijk, maar ook in de wereld om ons heen. De ‘top-down’ organisatie brokkelt af. Er komt licht en ruimte, ruimte voor onze gevoelens en impulsen, ruimte om te ontdekken wie we werkelijk zijn en waar het werkelijk om gaat.
Maar ruimte is ook leegte. Leegte roept angst op, angst voor het nieuwe en onbekende. En onze innerlijke criticus maakt overuren. Hij was voor velen het ultieme houvast, vertelde ons wat we moesten doen en laten. Maar hij gaat mee met zijn tijd en aan de oude waarden en normen zijn inmiddels tal van nieuwe toegevoegd.

Maar ruimte is ook leegte. Leegte roept angst op, angst voor het nieuwe en onbekende.

Zo kan hij ons vertellen dat we assertief en bescheiden moeten zijn, onszelf niet moeten laten kennen en open moeten zijn over wat we voelen. Het wordt onmogelijk om het in zijn ogen nog goed te doen. En dat kan ons achterlaten met een gevoel van somberte, wanhoop of angst en met grote onzekerheid over onze identiteit. Veranderen wordt dan een lastige klus.
We zien dan ook een toename in de vragen om psychische hulp. Hoe kunnen we in deze nood het beste hulp bieden?

Een integrale benadering

Er is weinig te verwachten van het huidige systeem dat mensen indeelt in ‘psychisch gezond’ en ‘psychisch ziek’. Dat niet naar mensen kijkt, maar ziekte labelt en daarmee alleen de symptomen ziet. Dat bij de geringste klacht klaar staat met medicatie. Dit ‘medische model’ dat in de psychiatrie en de psychische hulpverlening wordt ingezet, doet geen recht aan de hulpvraag maar werkt de psychiatrisering in de hand.

De essentie van alle persoonlijke problematiek heeft te maken met het gevoel op een of andere manier niet gezien, niet erkend, niet op waarde geschat te zijn.

Wat we nodig hebben is een integrale benadering die recht doet aan alle aspecten van mens-zijn. Een benadering die cliënten die om hulp vragen, stimuleert om alles wat in hen is onderdrukt, toe te laten en onder ogen te zien, die het uiten van gevoelens stimuleert en het denken gebruikt om te begrijpen wat er speelt. Een benadering die de culturele context waarin we hebben geleefd, meeneemt. De eerder genoemde stromingen in de psychologie, zoals de humanistische, de lichaamsgerichte en de transpersoonlijke bieden hier, naast de ontwikkeling van traumatherapie, perspectief.
Want de essentie van alle problematiek heeft te maken met het gevoel op een of andere manier niet gezien, niet erkend, niet op waarde geschat te zijn. De oorzaak kan heel verschillend zijn, maar de kern blijft dezelfde en is terug te voeren op een cultuur die specifieke menselijke kwaliteiten ontkent en andere bovenaan de ranglijst zet.
Het is de verdeelde cultuur die we terugzien in de onzekere, angstige, depressieve, wanhopig zoekende mens. Het is de vraag naar de werkelijke zin van leven op aarde. Hier past alleen een all-inclusive antwoord op, de tegenstellingen voorbij.

Literatuur:
Fritjof Capra: het Keerpunt, 1984
Gerda Lerner: The creation of Patriarchy, 1984
Inteview Monica Sie in De Correspondent, november 2016
Paul Hawkes: Blessed unrest, 2007
Mary EvelynTucker en Brian Thomas Swimme: Journey of the universe, 2011
Ervin Laszlo: Het Chaospunt, 2006

Geplaatst op - lees tijd 8 minutes, 7 seconds.